“Het eiland zit in mijn DNA”

Portret van legakkereigenaar Sylvia Kieft–Baars op de Vinkeveense Plassen

Al 55 jaar zijn de Vinkeveense Plassen mijn tweede thuis. Wat begon als een plek waar ik als kind leerde zwemmen, vissen, surfen, zeilen en eindeloos kon turen naar zwanen en eendjes, is nu een plek waar ik samen met mijn kinderen herinneringen maak. Het eiland zit in mijn DNA.

Een leven op het water

Rust, natuur en verbondenheid

We zijn er hoogstens tien weekenden per jaar. Geen feestjes, geen lawaai. We lezen een boek, maken een kampvuurtje, eten samen, kijken naar de zonsondergang. Het is onze manier van kwaliteitstijd, van verbinding met elkaar én met de natuur.

Zorg voor het eiland

We onderhouden het eiland zorgvuldig: we planten, snoeien, beschermen de oevers tegen afkalving. We gebruiken een chemisch toilet, nemen ons afval mee terug. Juist doordat we er zijn, blijft het eiland in goede staat.

En nu moeten we alles afbreken. De gemeente heeft zonder inspraak of transparantie een zogenaamde ‘Rode Lus’ op de kaart gezet. Onze blokhutten mogen niet meer. Overnachten wordt verboden. Alsof wij een bedreiging zijn. Terwijl we decennialang in harmonie met deze plek hebben geleefd.

Het geeft ons stress, verdriet, machteloosheid.
Wat geven we onze kinderen straks nog door? Wat blijft er over van de verbondenheid met deze plek, deze natuur?

Wij vragen geen luxe. Alleen het behoud van wat we al generaties zorgvuldig, liefdevol en duurzaam beheren.

De dreiging van de Rode Lus

Laat ons blijven. Laat dit stukje leven bestaan

Previous
Previous

“De Plassen als ‘nothing box”

Next
Next

“Van jongensdroom naar strijd om behoud”