“De Plassen als ‘nothing box”
Portret van Paul Vinken, legakkereigenaar op de Vinkeveense Plassen
Paul kent het waterleven al sinds zijn jeugd. Zijn ouders hadden een huisje op de Nieuwkoopse Plassen waar hij leerde zeilen en varen. Toen zij in 1976 scheidden, verdween het huisje, maar bleef de Spanker-zeilboot achter. Zonder ligplaats verhuisde die op een trailer naar de Vinkeveense Plassen. Vanaf dat moment raakte Paul voorgoed verbonden met dit gebied.
Van Nieuwkoop naar Vinkeveen
In 2016 kocht hij zijn eigen eiland. Het werd een plek voor hemzelf en zijn partner Liesl. Voor Paul is het zijn “nothing box”: een plek waar niets hoeft. Maar bij aankoop was het eiland zwaar verwaarloosd. De beschoeiing lag ingestort op de bodem, stukken oever waren weggeslagen. In twee fasen, gespreid over jaren om het te kunnen bekostigen, liet hij de oorspronkelijke maat herstellen. “Zonder dat was er nu geen eiland meer.”
Een plek voor stilte
Paul houdt zijn eiland bewust eenvoudig en natuurlijk. Hij maait en snoeit licht, laat wespennesten en spinnen met rust. In het ondiepe stuk tussen zijn eiland en dat van buurman Maarten de Boer wordt vaak gevaren; Maarten wil er een vissenbos aanleggen en Paul heeft aangeboden mee te doen. Zelf probeerde hij er waterlelies aan te laten planten. Op zijn eiland bloeien wilde honingklaver, valeriaan, kamperfoelie, hondsdraf, margrieten en tijm. Altijd is er een paartje zwarte zwanen te vinden. Ook wil hij graag een vleermuiskast plaatsen.
Zorg voor het groen
Met de juridische kanten van het bestemmingsplan hield Paul zich nauwelijks bezig. Van de Rode Lus hoorde hij via zijn buren. Het besluit voelde voor hem als willekeur: “Anderen mogen wél, hier ineens níet. Dat is niet consequent en niet fair.”
Willekeur en Rode Lus
Samen sterk
Zelf heeft hij (nog) geen huisje, maar wel de wens ooit te bouwen. Voor nu slaapt hij op zijn boot. Toch voelt hij zich verbonden met de andere eilanders. “Het bord Geen legakkers zonder ons zegt alles. Zonder de eigenaren die hier zorgdragen, kan de gemeente dit gebied niet in stand houden.”